Wat betekent gå ihop in Zweeds?

Wat is de betekenis van het woord gå ihop in Zweeds? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van gå ihop in Zweeds.

Het woord gå ihop in Zweeds betekent opgaan in, met elkaar gaan, harmoniëren, samengaan, bij elkaar horen, samengaan, kloppen, ergens op slaan, zinnig zijn, fuseren, samengaan, , samenkomen, passen, samenwerken, overweg kunnen, fuseren, samengaan, in elkaar overgaan, samenkomen, samenkomen, rondkomen, passen, . Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord gå ihop

opgaan in

De två floderna går ihop vid staden Belgrad.

met elkaar gaan

harmoniëren, samengaan

bij elkaar horen

samengaan

(passa bra ihop)

kloppen

(vara logisk, fungera) (figuurlijk, inf.)

ⓘDen här meningen är inte en översättning av den engelska meningen. Er klopt niets van jouw verhaal.

ergens op slaan, zinnig zijn

(vagt, ofta negativt)

Die beredenering slaat nergens op!

fuseren

De två företagen gick ihop (or: samman) förra kvartalet.

samengaan

samenkomen

passen

samenwerken

overweg kunnen

fuseren, samengaan

(skapa allians)

in elkaar overgaan, samenkomen

De två filerna gick plötsligt samman (or: ihop).

samenkomen

rondkomen

(bildlig)

passen

Deze schoenen passen bij die tas.

Laten we Zweeds leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van gå ihop in Zweeds, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Zweeds.

Ken je iets van Zweeds

Zweeds (Svenska) is een Noord-Germaanse taal, die als moedertaal wordt gesproken door 10,5 miljoen mensen die voornamelijk in Zweden en delen van Finland wonen. Zweedstaligen kunnen Noors en Deens verstaan. Zweeds is nauw verwant aan Deens en Noors, en meestal kan iedereen die een van beide verstaat, Zweeds begrijpen.