Wat betekent believe in Engels?

Wat is de betekenis van het woord believe in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van believe in Engels.

Het woord believe in Engels betekent geloven in, geloven, geloven in, denken, geloven, believe, believe, think, think, accept as true, be under the delusion, hard to believe, geloven in, alles geloven, geloven in, moeilijk te geloven, Ik denk, ik geloof dat, geneigd te geloven, iem. iets laten geloven. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord believe

geloven in

transitive verb (have faith)

I believe God exists.

geloven

transitive verb (trust)

He said he saw it and I believe him.

geloven in

transitive verb (with clause: have confidence)

I believe he will return as promised.

denken, geloven

transitive verb (with clause: think, suppose)

I believe that it won't rain tomorrow, but I'm not sure.

believe

(religie)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

believe

(vertrouwen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

think

(Ik denk dat hij gelijk heeft. (menen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

think

(Ik denk dat hij niet meer gaat komen. (vermoeden)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

accept as true

(als juist veronderstellen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

be under the delusion

(figuurlijk (onterecht veronderstellen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

hard to believe

(onvoorstelbaar, ongelofelijk)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

geloven in

phrasal verb, transitive, inseparable (support)

As a vegan, Oliver believes in animal welfare.

alles geloven

verbal expression (figurative (be gullible) (figuurlijk)

She's so naïve, she'll believe anything!

geloven in

verbal expression (advocate doing)

I believe in giving to charities that keep their administrative costs to a minimum.

moeilijk te geloven

adjective (not credible)

It's hard to believe that this was once all open fields.
Het is moeilijk te geloven dat dit ooit een open veld was.

Ik denk

expression (I think this is true)

He is very intelligent, I believe.

ik geloof dat

expression (with clause: I think that)

I believe the class begins on Monday.

geneigd te geloven

adjective (tending to trust)

iem. iets laten geloven

verbal expression (often passive (mislead into thinking)

The financial advisor led me to believe that my investments were safe.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van believe in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van believe

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.