Wat betekent dog in Engels?

Wat is de betekenis van het woord dog in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van dog in Engels.

Het woord dog in Engels betekent hond, hond, lastig vallen, dwars zitten, hondachtige, hond, reus, kerel, jongen, spook, wrak, flop, mislukking, met honden bejagen, achtervolgen, volgen, dog, dog, dog, German shepherd, German shepherd dog, walk the dog, hot dog, dog bed, dutch partridge dog, drent, dachshund, teckel, dashond, dingo, hondsdagen, hondenkapper, hondentrimmer, ezelsoor, crème de la crème, hondenslee, jachthond, hondentrimmer, waakhond, blindengeleidehond, geleidehond, hotdog, hotdog, uitslover, , bekwaam, uit de gratie, hondenhok, schoothondje, prairiehond, herdershond, schaapherdershond. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord dog

hond

noun (pet: canine)

She got a dog for Christmas.

hond

noun (species: canis familiaris)

There are many different breeds of dog.

lastig vallen, dwars zitten

transitive verb (hound, harass)

The problem has been dogging me for days.

hondachtige

noun (animal: canine)

Wolves, coyotes and dingoes are all dogs.

hond

noun (contemptible person)

I'll get you back for that, you dog!

reus, kerel, jongen

noun (US informal (friend)

So how're you doing, you old dog!

spook

noun (slang (unattractive woman)

I wouldn't go out with her. She's a dog!

wrak

noun (US, slang, figurative (object: worthless)

That car of yours is a dog!

flop, mislukking

noun (informal (failure)

His latest film was a dog.

met honden bejagen

transitive verb (chase with dogs)

They dogged the fox through the woods.

achtervolgen, volgen

transitive verb (follow)

They dogged him all the way home.

dog

(dier)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

dog

(achtervolgen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

dog

(figuurlijk, informeel (achtervolgen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

German shepherd, German shepherd dog

(hond)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

walk the dog

(wandelen met de hond)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

hot dog

(fastfood)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

dog bed

(slaapplaats van hond)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

dutch partridge dog, drent

(hond) (dog breed)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

dachshund

(hond) (dog breed)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

teckel, dashond

noun (German (short-legged dog) (hondenras)

Nina loves dogs and has three dachshunds and one pug.

dingo

noun (Australian wild dog) (dierkunde)

The area has seen an increase in the number of attacks by dingoes.

hondsdagen

plural noun (hot summer period)

The dog days of summer were dangerous times as tempers were easily provoked.

hondenkapper, hondentrimmer

noun (person who tends dogs' coats)

ezelsoor

adjective (page: folded corner)

Several pages of the catalog were dog-eared.

crème de la crème

plural noun (UK, vulgar, figurative, slang (top quality, the best) (gallicisme, informeel)

hondenslee

noun (sled pulled by huskies)

People living in remote areas of the Arctic sometimes use dogsleds to travel long distances.

jachthond

noun (for hunting)

Hounds and setters make some of the best game dogs.
Hounds en setters zijn een van de beste jachthonden.

hondentrimmer

noun (person who tends dogs' coats)

We're taking our dog to the groomer today for a flea bath.

waakhond

noun (watch dog)

German shepherds make excellent guard dogs.
Duitse herders zijn uitstekende waakhonden.

blindengeleidehond, geleidehond

noun (blind person's assistance dog)

Labradors have traditionally been used as guide dogs.

hotdog

noun (frankfurter sausage in a bun)

A hot dog and a soda is a classic American meal.
Een hotdog en een frisdrank is een klassieke Amerikaanse maaltijd.

hotdog

noun (frankfurter sausage)

I ate the hot dog but left the bun.
Ik at de hotdog, maar liet het broodje achter.

uitslover

noun (US, informal (person who does stunts to attract attention)

See that guy on crutches; yesterday he was the biggest hot dog on the slopes.
Zie die jongen op krukken; gisteren was hij de grootste uitslover op de hellingen.

intransitive verb (US, informal (sports: do a spectacular maneuver)

Look at those skiers hot-dogging!

bekwaam

noun as adjective (US, informal (skillful, esp. in sports)

Ben is a hot-dog surfer.
Ben is een bekwame surfer

uit de gratie

expression (figurative, informal (in disgrace)

My husband embarrassed me in front of my friends; he's in the doghouse tonight.

hondenhok

noun (small outdoor house for a dog)

He's happy to sleep in his kennel unless it's too cold.

schoothondje

noun (small dog)

I love my lapdog, but sometimes I wish I had a pit bull instead.

prairiehond

noun (US (small wild North American rodent)

Prairie dogs have a complex social structure.

herdershond, schaapherdershond

noun (dog that herds sheep)

A huge sheepdog suddenly jumped over the fence.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van dog in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van dog

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.