Wat betekent levantar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord levantar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van levantar in Spaans.

Het woord levantar in Spaans betekent verhogen, ophogen, heffen, opsteken, opheffen, ophalen, beëindigen, opheffen, oppakken, oprapen, oprichten, beginnen, ontketenen, opvrolijken, opbeuren, een zetje geven, opheffen, verheffen, optillen, iets optillen, naar boven brengen, naar boven halen, iets omhoog trekken, inspireren, opheffen, tillen, opbouwen, opkrikken, tillen, ophijsen, optakelen, afschaffen, bouwen, optrekken, verhogen, jatten, klauwen, gappen, opheffen, verheffen, optillen, opvrolijken, opfleuren, opbeuren, wekken, opwekken, optrekken, bouwen, bouwen, optrekken, opzetten, aflopen, stoppen, opbouwen, groeien, derubriceren, omploegen, in kaart brengen, opleven, opfleuren, riemen binnenhalen, vertrekken, opstappen, de wenkbrauwen optrekken, gewichten optillen, opbreken, kijk omhoog, opkrikken, iets omhoog schoppen, krachttraining, vals getuigen, vertrekken naar, gaan naar, zomen, omzomen, iem. opbeuren, wrikken, openwrikken, even naar boven kijken, zien, een muur oprichten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord levantar

verhogen, ophogen, heffen

Levantamos la sombrilla de playa unas seis pulgadas.

opsteken

Levanta la mano si tienes una pregunta.

opheffen

verbo transitivo

Él levantó la cabeza cuando escuchó su nombre.

ophalen

verbo transitivo

Levantaron el puente levadizo de la carretera para permitir que el barco pasara.

beëindigen, opheffen

verbo transitivo

Después de un mes, el ejército atacante levantó el asedio de la ciudad amurallada.

oppakken, oprapen

Recogí el libro que se había caído al suelo.

oprichten

A la compañía le tomó tres semanas erigir un granero allí.

beginnen, ontketenen

La oposición creó una conmoción en la Cámara de Diputados.

opvrolijken, opbeuren

El éxito de su novela animó su espíritu.

een zetje geven

(omhoog)

Rick levantó a Amy fuera del agua.

opheffen, verheffen, optillen

iets optillen

Si levantas las cajas y me las das, yo las pondré en el ático.

naar boven brengen, naar boven halen

(informal)

Un chorrito de limón exprimido va a levantar el sabor del salmón grillado.

iets omhoog trekken

Se la pasaba coqueteando y levantando su vestido cada vez que un hombre guapo pasaba cerca suyo.

inspireren

(figurado)

El sermón pretende levantar a la congregación.

opheffen, tillen

opbouwen

(edificio)

Levantaron las paredes con ladrillos de adobe.

opkrikken

verbo transitivo (con gato)

Kate levantó el coche para poder mirar las pastillas de freno.

tillen

Levantó la bandeja por encima de los chicos.

ophijsen, optakelen

verbo transitivo

Levantaron el coche para que el mecánico pudiera trabaja por abajo.

afschaffen

verbo transitivo (ley, norma, castigo, veto)

California levantó su prohibición sobre el matrimonio homosexual en 2008.

bouwen

La empresa construyó la casa en dos meses.

optrekken

Actividades sísmicas alzaron una sección del valle.

verhogen

Van a elevar la pared medio metro.

jatten, klauwen, gappen

(informal, robar) (informeel)

Los ladrones mangaron mi teléfono cuando no estaba mirando.

opheffen, verheffen, optillen

opvrolijken, opfleuren, opbeuren

Lleve unos flores a mi madre para animar su habitación de hospital.

wekken, opwekken

Caroline despertó a los niños antes del amanecer para ordeñar las vacas.

optrekken, bouwen

El constructor construyó la casa en menos de dos meses.

bouwen, optrekken

Tardaron seis meses en erigir la iglesia.

opzetten

Los marineros pronto erigieron un grupo de carpas.

aflopen, stoppen

La obra concluye este lunes.

opbouwen, groeien

verbo transitivo

La intensidad de la música está empezando a subir.

derubriceren

omploegen

in kaart brengen

Los exploradores fueron los primeros en cartografiar todo el continente.

opleven, opfleuren

Betty estaba triste cuando Liam le dijo que la dejaba, pero pronto se reanimó y siguió con su vida.

riemen binnenhalen

Los remeros cargaron sus remos al acercarse a la orilla.

vertrekken, opstappen

(coloquial)

Estaba harto de esta ciudad, por lo que decidió levantar campamento.

de wenkbrauwen optrekken

verbo transitivo (figuurlijk)

gewichten optillen

Salgo a correr y levanto pesas cuatro veces a la semana.

opbreken

(militar) (kamp verlaten)

kijk omhoog

Si quieres sentirte insignificante, eleva la vista y mira las estrellas en la noche.

opkrikken

(auto)

Si tienes que cambiar una rueda, debes subir el coche con el gato hasta que la rueda deje de tocar el suelo.

iets omhoog schoppen

locución verbal

Corrí por la playa levantando con los pies la arena.

krachttraining

locución verbal (met gewichten)

Levantar pesas es excelente para mejorar la fuerza de la parte superior de tu cuerpo.

vals getuigen

locución verbal

Dar falso testimonio es una seria ofensa ante Dios.

vertrekken naar, gaan naar

(lugar)

A Edith y a mí nos gusta irnos a la playa temprano por la mañana.

zomen, omzomen

(van kleding)

Jeni hizo el dobladillo del vestido para que no arrastrase por el suelo.

iem. opbeuren

locución verbal (bemoedigen)

Cuando me siento triste, una canción bonita siempre me levanta el ánimo.
Als ik verdrietig ben, beur ik altijd op van een mooi liedje.

wrikken, openwrikken

Los ladrones hicieron palanca para abrir la puerta con una barra.

even naar boven kijken

locución verbal

El jugador de fútbol levantó la vista antes de pasar la pelota al área de penal.

zien

locución verbal (naipes) (kaartspel)

Tras la tercera ronda, todos podemos pedir levantar la jugada.

een muur oprichten

Los soviéticos levantaron un muro en Berlín Occidental.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van levantar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.