Wat betekent or in Engels?
Wat is de betekenis van het woord or in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van or in Engels.
Het woord or in Engels betekent of, ofwel, oftewel, of ook wel, of, ofwel, of, of beter, of beter gezegd, of, à, or, either, or, or, all or nothing, Trick or treat!, all or nothing, no ifs ands or buts, about, around, heads or tails, make or break, now or never, Or what!, or rather, or rather, or something, in one way or another, at a venture, sink or swim, stand or fall by, black-and-white, Oregon, d.m.v. subsidie redden, beschouwen, kijken naar, in opstand komen tegen, benaderen, op zijn / haar gemak, wedden op, geld inzetten op, gokken op, vastbinden, vastsjorren, klamp, met chloroform verdoven, classificeren, classifiëren, indelen, opensnijden, afkeuring, afwijzing, afkeuren, afwijzen, pompen of verzuipen, alles of niets, alles of niets, of, ofwel, of-of, verstrikken, van de ingewanden ontdoen, ontkrachten, verzwakken, het opnemen tegen, in een strijd verwikkeld zijn met, in voor- en tegenspoed, plus-minus, ongeveer, blij maken, opvrolijken, vrolijk stemmen, pakken, grijpen, vastnemen, vastgrijpen, vastpakken, klasseren, rangschikken, een cijfer geven, voorspijs, op de één of andere manier, het één en ander afweten van, ergens iets van opsteken, ergens iets van leren, een pak slaag geven, ergens geen touw aan vast kunnen knopen, maken of breken, staan of vallen, alles of niets, erop of eronder, herdenken, min of meer, geen mitsen en maren, zonder gemaar, geen gemaar, niet uit het oog verliezen, nu of nooit, zo'n honderd, of anders, anders, Of anders! En anders!, ongeveer, overbelasten, te ver rekken, overrekken, overschatten, overschatten, zuurstof toedienen, voorbereiden, beschrijven, profileren, slaan, een vuistslag geven, loslaten, laten gaan, zagen, doorzagen, isoleren, afzonderen, in beslag nemen, confisqueren, beschermen, beschutten, pompen of verzuipen, op de één of andere manier, vroeg of laat, slaan, raken, raken, inslaan, vallen op, aaien, strelen, afluisteren, aftappen, een snoepje of ik schiet, een snoepje of ik schiet!, richten, wegen, zonder kop of staart, in het wilde weg, onzinnig, onbegrijpelijk. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord or
ofconjunction (connects alternatives) Do you want the green or the blue? |
ofwel, oftewel, of ook wel, ofconjunction (connects alternative terms for [sth]) The islands are known as The Falklands, or Las Islas Malvinas. |
ofwel, ofconjunction (correlative) (exclusieve keuze) You should either call him or send him an email. |
of beter, of beter gezegdconjunction (correction) I don't like coffee. Or I do, but only when it's very weak. |
of, àconjunction (approximation) I'll be back in two or three minutes. |
or(tussen twee dingen) (conjunction: Connects words, clauses, and sentences--for example, "and," "but," "because," "in order that.") Wil je koffie of thee? |
either, or(of) (conjunction: Connects words, clauses, and sentences--for example, "and," "but," "because," "in order that.") |
or(of dat) (conjunction: Connects words, clauses, and sentences--for example, "and," "but," "because," "in order that.") |
all or nothing(belangrijke keuze met maar twee uitkomsten) (expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.") |
Trick or treat!(halloween ) (Halloween) (interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!") |
all or nothing(het lukt of het lukt niet) (expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.") |
no ifs ands or buts(niet tegenstribbelen!) (informal) (interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!") |
about, around(ongeveer) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
heads or tails(lotingsprocedure) (expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.") |
make or break(figuurlijk (stimuleren of tegenwerken) (figurative) (expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.") |
now or never(dit is het moment) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
Or what!(uitroep van dreiging) (interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!") |
or rather(uitroep ter aanvulling) |
or rather(uitroep ter aanvulling) |
or something(of iets dergelijks) |
in one way or another(op enigerlei wijze) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
at a venture(lukraak, blindelings) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
sink or swim(figuurlijk (hard werken of falen) (figurative) (verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.") |
stand or fall by(afhankelijk zijn van) (figurative) (verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.") |
black-and-white(ongenuanceerd) (adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.") |
Oregon(written, abbreviation (US state: Oregon) (afkorting: één van de staten van de V.S.) I live in Portland, Ore. Address the letter to Salem, OR. |
d.m.v. subsidie reddenphrasal verb, transitive, separable (informal, figurative (help with money) The government bailed out many large banks during the recession. |
beschouwenphrasal verb, transitive, inseparable (regard, consider: as) I look upon television as a bad influence. |
kijken naarphrasal verb, transitive, separable (literary (gaze at, take in) |
in opstand komen tegenphrasal verb, transitive, inseparable (resist, protest against) The slaves plan to rise against their masters. |
benaderentransitive verb (move closer: space) (in ruimte) The boxer approached his opponent carefully. |
op zijn / haar gemakpreposition (comfortable) |
wedden op, geld inzetten op, gokken optransitive verb (wager on) Which horse should we back? |
vastbinden, vastsjorrentransitive verb (secure with a rope) |
klampnoun ([sth] to which a rope can be secured) |
met chloroform verdoventransitive verb (make unconscious using chloroform) |
classificeren, classifiëren, indelentransitive verb (classify) The biologist is going to class the plant. |
opensnijdentransitive verb (slice into) The doctor cut the patient to begin his surgery. |
afkeuring, afwijzingnoun (US (dislike, disapproval) |
afkeuren, afwijzentransitive verb (US (dislike, disapprove of) |
pompen of verzuipenexpression (figurative (critical situation) (figuurlijk) It's do or die for our team today. |
alles of nietsnoun (gambling: type of bet) (kaartspel) |
alles of nietsnoun as adjective (bet: risk is double) I won $100 in a double-or-nothing bet. |
of, ofwelconjunction (one or another) Either we stop now or we go all the way. |
of-ofadjective (informal (with two choices) The issue often is presented as an either/or proposition: either you eagerly accept all technology, or you are behind the times. |
verstrikkentransitive verb (tangle up, involve) |
van de ingewanden ontdoentransitive verb (literal (disembowel, gut) |
ontkrachten, verzwakkentransitive verb (figurative (remove the substance of) |
het opnemen tegen, in een strijd verwikkeld zijn mettransitive verb (struggle against, try to defeat) She fought the government and won. |
in voor- en tegenspoedadverb (whatever the consequences) I will be your wife for better or for worse. |
plus-minusexpression (informal (plus or minus) I've been away from home for three months, give or take a few days. |
ongeveerexpression (informal (more or less) My new car cost $9000, give or take. |
blij maken, opvrolijken, vrolijk stemmentransitive verb (cheer, make happier) |
pakken, grijpen, vastnemen, vastgrijpen, vastpakkentransitive verb (seize) He grabbed my hand and pulled me away. |
klasseren, rangschikkentransitive verb (classify) People are sometimes graded according to socio-economic status. |
een cijfer geventransitive verb (education: award a grade to) The professor graded the performance an A+. |
voorspijsnoun (French (food: appetizer) If you fill up on hors d'oeuvres, you will have no room left for dinner |
op de één of andere manieradverb (somehow, by some means) |
het één en ander afweten vanverbal expression (informal (be experienced in [sth]) (informeel) After 20 years on the job, he knows a thing or two about construction. |
ergens iets van opsteken, ergens iets van lerenverbal expression (informal (become knowledgeable) Stick around and watch; you may learn a thing or two. |
een pak slaag geventransitive verb (slang, figurative (defeat) (figuurlijk) |
ergens geen touw aan vast kunnen knopenverbal expression (understand [sth]) (figuurlijk) |
maken of breken, staan of vallenverbal expression (informal (cause success, failure) That critic's reviews can make or break a new restaurant. |
alles of niets, erop of eronderadjective (informal (success or failure) It is make-or-break time for the store after two years of declining sales. |
herdenkentransitive verb (commemorate) |
min of meeradverb (to a greater or lesser extent) I have more or less decided to delay going to college for a year. |
geen mitsen en maren, zonder gemaar, geen gemaarexpression (informal (no excuses are permitted) (informeel) I need you to finish that report today, no ifs, ands, or buts. |
niet uit het oog verliezenverbal expression (keep in view) Do not lose sight of your children around water. |
nu of nooitexpression (final chance) You have to decide, it's now or never if you want to go to the concert. |
zo'n honderdadjective (informal (about a hundred) It's a middle-sized plane, with one hundred or so seats. |
of anders, andersadverb (otherwise, if not) Choose ham and eggs, or else ham and cheese. |
Of anders! En anders!interjection (informal (expressing a threat) (informeel) You will do as I say, or else! |
ongeveeradverb (approximately) The container could hold a litre or so of water. |
overbelastentransitive verb (subject to strain, work too hard) (figuurlijk) |
te ver rekken, overrekkentransitive verb (make stretch too far, strain) |
overschattentransitive verb (figurative (place too much importance on) (figuurlijk) |
overschattentransitive verb (literal (set too high a price for) (letterlijk) |
zuurstof toedienentransitive verb (patient: give oxygen to) |
voorbereidentransitive verb (make ready) Before you plant seeds, you need to prepare the ground. |
beschrijven, profilerentransitive verb (describe) |
slaan, een vuistslag geventransitive verb (hit with fist) |
loslaten, laten gaantransitive verb (let go of, stop grasping) The father released his hold on his daughter when she saw grandma. |
zagen, doorzagentransitive verb (cut with a saw) The magician sawed his assistant in half. |
isoleren, afzonderentransitive verb (put in isolation) |
in beslag nemen, confisquerentransitive verb (confiscate) |
beschermen, beschuttentransitive verb (shelter, protect from sun) |
pompen of verzuipenverbal expression (figurative (fail or succeed) (figuurlijk) It's sink or swim with this final exam. |
op de één of andere manieradverb (in an undetermined way) Jan studied the cliff face, determined to scale it somehow or other. |
vroeg of laatadverb (at some time in the future) Keep up your life of crime and sooner or later you'll end up in prison! |
slaan, rakentransitive verb (hit) The boxer struck his opponent. |
rakentransitive verb (crash into) The car struck the guardrail. |
inslaantransitive verb (lightning: hit) Lightning never strikes twice in the same place. |
vallen optransitive verb (fall on) (licht) Light struck his face. |
aaien, strelentransitive verb (pass hand over) She stroked the cat's fur. |
afluisteren, aftappentransitive verb (abbr, informal (wiretap, bug) |
een snoepje of ik schietnoun (Halloween tradition) (Halloween) Trick or treat's the only thing I like about Hallowe'en. |
een snoepje of ik schiet!interjection (at Halloween) (Halloween) The kids knocked on the door and shouted: "Trick or treat!" |
richtentransitive verb (direct attention toward) (aandacht) They turned their attention to the speaker. |
wegentransitive verb (measure weight of) |
zonder kop of staart, in het wilde wegadverb (inexplicably) (figuurlijk) He yells at me without rhyme or reason, and I just can't understand why. |
onzinnig, onbegrijpelijkexpression (inexplicable) Your belief that Daisy doesn't like you is without rhyme or reason; she's never done anything to make you think that. |
Laten we Engels leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van or in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.
Verwante woorden van or
Synoniemen
Geüpdatete woorden van Engels
Ken je iets van Engels
Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.