Wat betekent vis in Frans?

Wat is de betekenis van het woord vis in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van vis in Frans.

Het woord vis in Frans betekent schroef, schroef, bout, voorkomen, meemaken, leven, leven, iets naleven, leven, overleven, iets beleven, doorstaan, ondergaan, verduren, wonen, bestaan, rondkomen, leiden, beleven, leiden, zien, zorgen voor iets, zien, waarnemen, hallucineren, bekijken, overdenken, onderscheiden, ontwaren, zien, zien, bekijken, opzoeken, bezoeken, zie, zien, raadplegen, zien, ervaren, beoordelen, snappen, begrijpen, zien, onderzoek, aanschouwen, aanzien, zien, zien, bekijken, onderschrijven, beschouwen, zien, uitgaan met, omgaan met, optrekken met, aannemen, accepteren, aanvaarden, zien, opmerken, zeggen, uitmaken, zien, beschouwen, zien, horen, kijken, nakijken, herhalen, zien, bekijken, begrijpen, bevatten, inzien, zien, bijpraten, bijkletsen, zich voorstellen, ontvangen, zien, draai van een schroef, schroeven, vastschroeven, zoals je wil, wat je wil, duimschroef, stelschroef, vleugelmoer. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord vis

schroef

nom féminin

Les vis tiennent mieux que les clous.

schroef

nom féminin

Les vis ont en général une tête fendue ou une tête cruciforme.

bout

(d'un boulon)

Ned a besoin de deux autres vis pour réparer la porte du garage.

voorkomen

verbe intransitif

Cette espèce vit principalement dans l'Amazone.

meemaken

(une expérience)

Opgegroeid in Rwanda, had John veel elllende meegemaakt, wat hem maakte tot de man die hij vandaag is.

leven

Oui, il vit toujours. Il doit avoir quatre-vingt-dix ans.

leven

verbe intransitif (profiter de la vie)

Vous ne pouvez pas travailler toute votre vie ; il vous faut vivre !

iets naleven

verbe transitif

Il a encouragé ses élèves à vivre leurs rêves.

leven

(mener sa vie)

Deux postes à plein temps, ce n'est pas une vie.

overleven

(soutenu)

Ils ont subsisté pendant des années en ne mangeant presque que du riz.

iets beleven

(du temps,...)

doorstaan, ondergaan, verduren

(une modification, transformation...)

wonen

verbe intransitif (résider)

Lucas vit (or: habite) au deuxième étage.

bestaan

Les cafards vivent (or: existent) depuis des millions d'années.

rondkomen

verbe intransitif

De nombreux peuples vivent (or: subsistent) avec moins d'un dollar par jour.

leiden

verbe transitif

De nombreux moines vivent (or: mènent) une vie de spartiate.

beleven

verbe intransitif (expérience)

Il vit (or: revit) toujours la guerre dans sa tête.

leiden

verbe transitif

Il vit (or: mène) une vie morale, à l'image de ses paroles.

zien

verbe transitif

Je ne vois rien. Allume, s'il te plaît !

zorgen voor iets

zien, waarnemen

verbe transitif

Avez-vous jamais vu un livre aussi épais ?

hallucineren

verbe transitif

bekijken, overdenken

verbe transitif

onderscheiden, ontwaren, zien

verbe transitif (apercevoir)

Peux-tu voir cette colline dans le lointain ?

zien, bekijken

verbe transitif

Avez-vous vu son dernier film ?

opzoeken, bezoeken

verbe transitif (rendre visite)

J'aimerais aller voir Tante June ce week-end.

zie

verbe intransitif (informeel, SMS-taal)

On se voit ce soir !

zien, raadplegen

verbe transitif (consulter)

Je dois voir un médecin.

zien, ervaren, beoordelen

verbe transitif (percevoir)

Je vois la situation différemment.

snappen, begrijpen, zien

verbe transitif (comprendre)

Je vois. Et c'est pour cela que tu n'étais pas chez toi.

onderzoek

verbe transitif

Elle cueillit la fleur pour la voir de plus près.

aanschouwen, aanzien, zien

verbe transitif

Ceux qui l'ont vu ont dit que c'était horrible.

zien, bekijken

verbe intransitif

Voyons, que faisons-nous maintenant ?

onderschrijven

verbe transitif (approuver)

Oui, je vois tout à fait. C'est un plan génial.

beschouwen, zien

verbe pronominal

Je la vois comme un premier ministre potentiel.

uitgaan met

Nous nous voyons depuis trois semaines.

omgaan met, optrekken met

(fréquenter)

Il me semble que tu vois beaucoup ces garçons en ce moment.

aannemen, accepteren, aanvaarden

verbe transitif (jeu d'argent) (gokken)

Je vois tes 100 et je suis de 100.

zien, opmerken

verbe transitif (remarquer)

Je vois que les mineurs sont encore en grève, selon le journal.

zeggen, uitmaken

verbe transitif

Tu vois qui c'est ?

zien, beschouwen

(figuré)

Je vois cette idée d'un mauvais œil.

zien, horen

verbe transitif (TV, radio)

Tu as vu les infos hier soir ?

kijken, nakijken

verbe transitif

Laissez-moi voir (or: vérifier) s'il y a une fuite.

herhalen

Uren achteraf, bleef ze steeds herhalen wat hij haar had verteld, maar het klopte nog steeds niet.

zien, bekijken

Après avoir attendu une heure, les touristes furent enchantés de voir (or: d'apercevoir) des dauphins.

begrijpen, bevatten, inzien, zien

verbe transitif

Je vois (or: Je comprends) ce que tu dis, mais je ne suis toujours pas d'accord.

bijpraten, bijkletsen

C'était sympa de retrouver tout le monde à la réunion de famille.

zich voorstellen

verbe transitif (visualiser)

Je vois (or: J'imagine) sa tête !

ontvangen, zien

Le docteur va vous recevoir tout de suite.

draai van een schroef

nom masculin

D'après la notice, il faut donner cinq tours de vis dans le sens des aiguilles d'une montre.

schroeven, vastschroeven

Il a vissé les étagères au mur.

zoals je wil, wat je wil

(informeel, afkeurend)

Ok, fais comme tu veux, j'en ai marre de discutailler avec toi. Tu ne veux pas de pepperoni sur la pizza ? D'accord, fais comme tu veux.

duimschroef

nom féminin

stelschroef

nom féminin

vleugelmoer

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van vis in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.